Psalm 118 - ' De Poort' - canvas reproductie

Toelichting psalm 118:

Twee zuilen stonden voor de ingang van de tempel die Salomo bouwde.De rechterzuil noemde hij 'Jachin' (God grondvest) , de linker 'Boaz' (in hem is kracht/macht). 

Deze twee zuilen dragen de 'hoeksteen die de bouwers afkeurden'. In het Hebreeuws staat 'Jeshua' (Jahweh redt) op de steen geschreven. 

De twee zuilen en de hoeksteen vormen een smalle poort waar de rechtvaardige door naar binnengaat. In de psalmen vergelijkt David zijn vijanden vaak met 'vogelvangers' die een net spannen voor de rechtvaardigen, uitgebeeld als vogels (kleine en kwetsbare schepsels). 

De vogels hebben groene twijgen in hun bek (beeld van lofoffers) en vliegen door de poort, a.h.w. getrokken door de Hand van God.
In de NBV staat in vers 27: "Vier feest en ga met groene twijgen tot aan de horens van het altaar"; een totaal andere vertaling dan in de NBG, waar staat: "Bind de feestoffers met touwen aan de horens van het altaar". 
Ik heb in dit geval toch voor de NBV vertaling gekozen, omdat het beeld van de groene twijgen spreekt van nieuw leven en hoop (denk aan de groene twijg in de bek van de duif, die terugkeerde naar de ark van Noach).

Psalm 118

Open voor mij de poort van de gerechtigheid, ik wil binnengaan om de Heer te loven. 

Dit is poort die leidt naar de Heer, hier gaan de rechtvaardigen binnen.

Ik wil u loven omdat u antwoordde en mij de overwinning gaf. 

De steen die de bouwers afkeurden is een hoeksteen geworden.

Dit is het werk van de Heer, een wonder in onze ogen. 

Gezegend wie komt met de naam van de Heer. 

Wij zegenen u vanuit het huis van de Heer. 

De Heer is God, hij heeft ons licht gebracht. 

Vier feest en ga met groene twijgen tot aan de horens van het altaar.